Bij een serieschakeling zijn de zonnepanelen aangesloten achter elkaar. Zo wordt de stroom van nummer 1 naar nummer 2 en van nummer 2 naar nummer 3 doorgegeven. Wanneer er een storing ontstaat tussen de panelen, krijgt geen van de zonnepanelen meer stroom.
Bij een zogenaamde parallelschakeling zijn de zonnepanelen juist naast elkaar aangesloten, allemaal op dezelfde spanning. Ieder panneel haalt zelfstandig de stroom vanuit de doorvoer. Dit betekent ook dat ze onafhankelijk van elkaar kunnen blijven werken.